Competentiestrijd

Situatieschets

Aansluitend op een presentatie aan een klant ontstaat een conflict tussen twee leden van het zelfsturende team dat de presentatie heeft gegeven. De presentatie was rommelig en de klant had een aantal vragen gesteld waar de presentatrice Alice geen adequaat antwoord op had. De klant is ontevreden vertrokken waarop Wim een vraag had gesteld over wat het doel van de presentatie was. Wim is ook teamlid en tijdens de presentatie was hij toeschouwer. Daarop "barste de bom". Alice haalde uit met de opmerking dat "hij altijd negatief was over haar werk" waarop het gesprek uit de hand liep. Ze zijn zonder oplossing uit elkaar gegaan.

Door haar brede ervaring treedt Alice op als groepsleider van het verkoopteam. Zo wordt zij ook door de team-supervisor behandeld. Wim is gewoon lid maar wordt binnen het bedrijf gezien als highflyer, HRM volgt hem op de voet en houdt een dossier bij.
Er is nog weinig ervaring met zelfsturende teams binnen de onderneming: er zijn teams die goed lopen; er zitten ook matige teams tussen. Alice en Wim zitten in een goed team maar hebben onderling een wat moeizame communicatie die bovendien steeds slechter wordt. Deze situatie loopt al bijna een half jaar maar de team-supervisor vindt dat ze het zelf moeten oplossen.

Na de aanvaring tijdens de presentatie laat de supervisor doorschemeren dat er plannen zijn om, als Alice en Wim er niets aan doen, beide op non-actief te stellen. De klant heeft laten weten niet meer met hen verder te willen.

Wim zoekt naar een oplossing.


Mogelijke oplossing

Deze zaak is niet bemiddeld door een mediator en heeft nog een half jaar doorgemodderd. Uiteindelijk hebben Wim en Alice het bijgelegd en zijn een halfjaar daarna alsnog vrijwel gelijktijdig vertrokken.
Voor bovengenoemde zou mediation een uitkomst zijn geweest. Er waren te veel partijen die zelf een belang in de zaak hadden. Achteraf zou deze zaak waarschijnlijk met twee sessies tussen Alice en Wim en één of twee tussen Alice en de team-supervisor zijn opgelost.

De namen zijn gefingeerd. Iedere gelijkenis met een werkelijke situatie berust op toeval.